Eindhoven – Dakar deel 2

07-05-2025

In juni 2024 ben ik dus met Geertje naar Dakar geweest. Het ongeluk dat ik leek te hebben toen ik de sleutel van het huis in zee verloor, blijkt nu een van de meest gelukkige ongelukken uit mijn leven. Door de sleutel ben ik Rama tegengekomen en zij maakt het project Eindhoven-Dakar mogelijk.

Als Geertje en ik weer thuis zijn, begint het avontuur pas echt. Ik kan gaan ontwerpen, bedenken welke kunst en producten we kunnen inkopen en laten zien. Rama gaat me helpen al deze plannen te realiseren. Als start wil ik eerst een stukje schrijven over mijn eerste reis met Geertje. Omdat ik met de blog wil uitleggen wat me bezielt en wat ik ga doen, is opeens de hele ervaring belangrijk en wordt het een van de langste (en saaiste) blogs die ik ooit heb geschreven. Ik heb het idee dat de kleinste details belangrijk zijn omdat Dakar een wereld is die op geen enkele manier op de onze lijkt. Het meeste van wat wij hebben en heel belangrijk vinden, hebben ze daar niet en toch zie je overal vriendelijke en vrolijke mensen. (Ze hebben wel veel zon wat misschien ook scheelt). Het tussen de bedrijven door schrijven van de blog kost dus tijd en het versturen ervan gaat, omdat we het druk hebben met de DDW en vele andere zaken, ook niet als vanzelf. Uiteindelijk versturen we de blog maanden nadat ik terug ben, na de DDW, maar gelukkig vlak voordat ik voor de tweede keer vertrek naar Dakar. Ik ga ervan uit dat de blog net zo weinig of nog minder dan normaal gelezen zal worden. Wat ook klopt, want in mijn directe omgeving is de beste reactie die ik krijg dat ik naar Dakar ben geweest en er een blog is verstuurd (en dat ā€˜ie lang was). Maar de blog wordt door Hans van Bentem gelezen, een kunstenaar waar we al heel lang mee werken. Van hem hebben we al jaren een geweldige ā€œglazen leeuw kroonluchter met pikā€ op kantoor hangen. Hij stuurt de blog naar zijn vriend, Erik Pol, die al decennialang in Dakar woont en daar een houtwerkplaats heeft waar beelden en objecten worden gemaakt. Erik is een van de oprichters en naamgever van Pols Potten. Ik kom in contact met Erik, we spreken af elkaar te ontmoeten en hij nodigt me uit om met hem op de ambassade in Dakar te komen eten. De paar mensen die de blog wel gelezen hebben, zijn precies de juiste! Dat is grappig als je bedenkt dat de waarheid of het oordeel of iets er wel of niet toe doet tegenwoordig toch in het aantal volgers wordt uitgedrukt. Mijn theorie is altijd: als je ƩƩn volger hebt die alles koopt wat je maakt, is het beter dan 1.000.000 die alleen maar kijken!

Ik heb nu dus drie contacten in Dakar; Bibi Seck, de ontwerper waarmee ik de eerste reis in contact ben gekomen, Rama die ik bij toeval heb ontmoet, en Erik waarmee ik in contact ben gekomen door de veel te lange blog. 

Tweede keer Dakar

Ik word 22 november op vrijdagmiddag rond 17 uur door Laye van het vliegveld gehaald. In Nederland is het al avond, maar hier is het een uur vroeger maar schijnt de zon nog volop en het is rond de 30 graden. Ik realiseer me dat het hier uren per dag langer licht is, dat ik nooit last van de winter in Nederland heb gehad, maar dat de warmte nu toch wel fijn is. Laye is de chauffeur van het bedrijf van de man van Rama. Ik vraag hem zoals ik dat bij iedereen doe het hemd van het lijf en probeer zoveel mogelijk te weten te komen. Het is hartstikke leuk en hij blijkt dol op Rama aan wie hij zijn baan te danken heeft. We praten honderduit. Later als ik tegen Rama zeg dat Laye leuk is, blijkt hij verteld te hebben dat hij mij ook leuk vindt en dat het gezellig was, maar dat hij maar bar weinig van mijn Frans begreep. Rama zegt dat ze inmiddels gewend is aan mijn Frans en dat het hartstikke goed gaat! 

De eerste twee nachten slaap ik in hotel Africa Queen aan de zee vlak bij het huis dat we de vorige keer van AnaĆÆs hebben gehuurd en dus ook vlakbij Rama. Het is een redelijk oud hotel. ā€œDit keerā€ bedoel ik dat positief, want het is wel verzorgd en heeft een beetje een ouderwetse koloniale sfeer. Het plaatsje is toeristisch en van alle plekken waar ik ben geweest, is de kuststrook vanaf de lagune (Unesco erfgoed) het meest ontwikkeld en het dichtst bij wat een Europeaan acceptabel zal vinden. Ik vind het juist veel interessanter zonder geasfalteerde wegen en als het een rommeltje is. In het oudste, meest authentieke en sfeervolle deel van het plaatsje, waar de lokale bevolking ook woont, heeft Rama haar boetiek ruim een maand eerder geopend. Daarvoor heeft ze ook andere winkels gehad waar ze Afrikaanse producten en stoffen verkocht, maar vooral haar eigen tassen. Ze ontwerpt zelf en produceert met lokale ambachtslieden. Rama is dus gewend om met producenten te werken en om in te kopen.

Zaterdagochtend komt Rama me halen om op bezoek te gaan bij het Dakar Institut of Design. Het is een opleidings- en productie plek waar ze garens verven, weven en verwerken. Het gaat vooral om modestoffen, maar ze kunnen zeker wat voor ons betekenen en de mannen waar we mee praten zijn heel erg leuk en modern! 

Op de terugweg gaan we langs een tante van Rama. Ze woont in een wijk die permanent in aanbouw is tegen een vissersdorp aan. ā€œPermanent in aanbouw zijnde wijkenā€ en zelfs hele dorpen en steden lijken de norm in Senegal. Ik vind het heerlijk; altijd in beweging en nooit af. Het is niet bepaald een kwaliteit die in de regel wordt gewaardeerd. Amsterdam is bijvoorbeeld al eeuwen hetzelfde; iedereen vindt het prachtig, maar ik vind het dodelijk saai!  De tante woont er met een paar gezinnen (familie). We gaan in de huiskamer zitten. Dit weekend is er ook een neef die in ThiĆØs film studeert. Het is een superleuke jonge gast die van alles vertelt en eigenlijk heel veel creatieve ambities heeft. Ik probeer met mijn beste Frans advies te geven om vooral tijd te stoppen in de richting die hij graag wil, zodat, mocht hij succes krijgen, hij in elk geval doet wat hij leuk vindt! Ik heb het gevoel dat we elkaar begrijpen. Daarna gaan we nog even met zijn allen naar het strand bij het dorp waar de bewoners hun zandtuin bezemen en harken en de kinderen in de branding spelen.

We gaan ook nog langs een interieurzaak. Winkels zijn vaak bestemmingen die je moet weten en dat geldt voor deze zeker. Het is een woonhuis helemaal ingericht met producten die voornamelijk lokaal gemaakt worden. De eigenaar verkoopt de grootste hoeveelheid in Europa en heeft zijn handelsonderneming in BelgiĆ«. De spullen en de winkel zijn minder interessant dan het feit dat de winkel vooral bestaansrecht heeft door de combinatie directe verkoop en export. 

Eind van de middag spreken we af met Mambeye, een van de kunstenaars uit Village d’Art waarvan ik met Geertje kleine werkjes heb gekocht. Rama heeft daarna contact met hem gezocht en nog een heel aantal andere werken verkregen. Naast het werk van Mambeye hebben we ook werk van Djibril en Iveke. Mambeye is getrouwd met An, een Belgische vrouw. Ze wonen in de weekeinden in Saly (Somon), vandaar dat we makkelijk kunnen afspreken. Het is een rustige, moderne jongeman die leeft voor zijn werk en heel goed begrijpt hoe de wereld in elkaar zit. Hij heeft op internet gezien wie ik ben en wat ik doe, wat enigszins zorgen baart, want het is bepaald niet zo dat het betreden van onze wereld een sleutel tot succes is, ook al lijkt het op internet fantastisch. Het is wel precies wat ik graag zou willen bereiken; het verkopen van werk van kunstenaars en ambachtslieden en ze een opstap bieden naar meer. Dat laatste is belangrijker dan verkoop en gelukkig al vaker gelukt. Dus wie weet kan ik wel aan de verwachting voldoen, maar nu is het beter te temperen.

’s Avonds gaan we naar het hotel waar Rama met vriendinnen heeft afgesproken. Er is livemuziek, er wordt gedanst en Mambeye en ik drinken bier. In Dakar vind ik bier wel lekker, ik drink Gazelle vanwege het etiket. Ik ga redelijk vroeg naar bed. Morgen hebben we een druk programma om te eindigen in Dakar, waar de biĆ«nnale nu wel is en we dus een overvolle agenda hebben. Rama heeft de hele week gereserveerd om met mij naar tentoonstellingen te gaan, maar ook om kunstenaars en ambachtslieden te bezoeken waar zij in de tussentijd contact mee heeft opgenomen en om met Bibi zijn ambachtslieden en fabrieken te bezoeken.

Zondag 24 november

De volgende morgen is ons doel een man die kleden met de hand maakt in ThiĆØs te bezoeken. De kleden zouden we kunnen gebruiken voor zitzakken. Onderweg gaan we nog langs een winkel waar ze manden verkopen (paniers). Het zijn bekende producten die over de hele wereld verkocht worden en dus in elk geval ook hier gemaakt worden. Omdat de eigenaar van de winkel de manden ook zelf produceert, wil Rama het me laten zien. De winkel zelf is een soort zee van manden en echt de moeite waard. Eigenlijk was ik niet van plan manden te gaan ontwerpen, maar nu ik dit gezien heb, lijkt het juist een goed idee. Als we in ThiĆØs aankomen, stoppen we na een hoop gebel en gedoe op een kruispunt waar op een goed moment een man op een scooter ons komt halen. Het is de man die kleden maakt. Naar zijn atelier rijden blijkt dus te ingewikkeld zonder Google Maps en kaarten. Hij heeft zijn atelier achter zijn huis dat zoals gebruikelijk van onafgewerkte betonstenen is gemaakt. Hij laat ons zijn weefmachine zien en legt uit waarom en hoe anders het is ten opzichte van gewoon weven. Als we er iets mee willen, moeten we ontwerpen op patroon maken wat eigenlijk ook wel uitdagend en leuk is. 

Rama heeft bedacht om op de terugweg langs een wildpark te gaan. We zijn met de oude 4 wheel Toyota van Rama en Laye rijdt. Hij is ook nog nooit in het park geweest. We pikken een gids op (dat is verplicht) en rijden door een Afrikaans landschap. De gids weet zo ongeveer waar alle beesten zijn en ook al hoefde ik niet per se op safari, zijn de beesten toch wel echt indrukwekkend. Hoe een zebra onder druk van natuurlijke selectie strepen kan hebben alsof er iemand met een kwast overheen is gegaan, is wonderlijk. Toch blijkt ook nu weer dat mijn grote liefde naar bomen uitgaat. De Baobabs die hier staan, zijn betoverend.

Maandag 25 november

Op de weg terug naar Dakar gaan we bij Erik langs. Ik heb onvoldoende gecommuniceerd en net als wij komen, neemt hij beneden in de zee zijn dagelijkse duik. De timmermannen zijn er wel en we kijken er toch even rond. Een meter of 50 achter de poort liggen de werkplaatsen en het terrein ernaartoe ligt bezaaid met boomstronken waar ze houten objecten van hakken. De massief houten krukjes en tafeltjes die door Pols Potten over de hele wereld worden verkocht, worden hier gemaakt. De stronken zijn prachtig en mijn eerste gedachte is in plaats van vormen te bedenken waarbij de bast en de vorm van de stam verdwijnt, dit juist als uitgangspunt te gebruiken (minder werk en meer karakter).

Vervolgens gaan we langs bij een plastic spuitgietfabriek. De eigenaren zijn Libanezen. In Senegal is het normaal om afkomst en soms religie van de eigenaar (vaak een complete familie) te vermelden. Het idee is dat als je weet waar iemand vandaan komt en waar ā€˜ie in gelooft, dat je weet wat voor vlees je in de kuip hebt. Verder is zoals ik eerder heb geschreven vrijwel niemand fanatiek gelovig en is er nauwelijks animo om een ander jouw overtuiging op te leggen. Je laat en respecteert elkaar en kan dan dus ook duiden. Nu ik dit schrijf, loop ik het risico dat ik de plank missla omdat in Afrika etnische conflicten geen uitzondering zijn en de eerste keer de BiĆ«nnale werd verzet vanwege de spanningen rondom de verkiezingen. Maar Senegal staat bekend als een stabiel en vooral ook tolerant land, dat is ook zoals ik het ervaar en iedereen ook bevestigt. Ook dit is weer een gekke zin, want Afrika is 3x zo groot als Europa, dus is het onzinnig Senegal over een kam met de rest van Afrika te scheren, maar is het wel weer best logisch Afrika in verhouding tot Europa te zien; ingewikkeld dus!

We krijgen een rondleiding door de fabriek waar een groot aantal relatief hoogwaardige spuitgietmachines staan en aan de lopende band emmers en andere plastic producten worden gemaakt. Sommige producten zijn best mooi, vooral de gekleurde plastic fluitketel achtige ketels die bij het toilet en op straat gebruikt worden om kont en handen te wassen, zijn vrolijk gekleurd. Maar we zijn op zoek naar de dikwandige terracotta gekleurde gerecyclede plastic emmers die in eenvoudige mallen met lage druk en temperatuur geperst worden. We horen niet voor het eerst dat we daarvoor bij de familie Dia moeten zijn en krijgen een telefoonnummer van een andere telg. Na een zeer gastvrije ontvangst stappen we de auto weer in en begint Rama gelijk te bellen. Het blijkt vrijwel onmogelijk in contact te komen met de familie Dia.

’s Avonds gaan we ergens eten in de buurt van Almadies, een stadsdeel gelegen aan de kust, waar Rama heeft gewoond en ze de weg goed kent. Er zijn daar ongelooflijk veel restaurants en clubs langs het water. Het is heerlijk als je met iemand bent die weet waar je wel en niet moet zijn. Ook ā€œMer Ć  Tableā€  waar we Orchestra Baobab hebben gezien en prachtige, rieten lampen! Rama heeft het restaurant gebeld en is erachter gekomen wie de lampen maakt. De man heet DramĆ© en hij blijkt veel meer te maken dan alleen de lampen. Toen ik dat hoorde heb ik gelijk wat ontwerpen gemaakt. Rama heeft de tekeningen met DramĆ© doorgesproken en hij is begonnen met een rotan lamp. We drinken wat bij een restaurantje in afwachting van DramĆ© die met een prototype van de eerste lamp langs zal komen. Veel later dan afgesproken komt hij opdagen. Afspraak blijkt niet bepaald afspraak en het is geen uitzondering. Het is dus noodzakelijk er super kort op te zitten en van het slechtste uit te gaan zonder gefrustreerd te raken. Rama blijkt een meester in de strenge doch rechtvaardige benadering en ze zegt met regelmaat dat je in eerste instantie beter maar niemand kan vertrouwen als het op geld en afspraken aankomt. De bedragen vallen wel mee, dus ben ik bereid de risico’s te nemen, maar Rama wil dat niet en ze heeft gelijk, want als het mis gaat en je afscheid van elkaar moet nemen ben je niet alleen je geld kwijt, maar moet je een proces weer helemaal opnieuw opstarten. Dus beter maar zorgen dat het proces zo goed mogelijk verloopt. DramĆ© heeft alleen een frame van de lamp bij zich. Best bijzonder, want het ontwerp heeft helemaal geen frame. Het is ook nog eens van heel dik bamboe gemaakt wat helemaal niet in het ontwerp zit en de vorm komt niet overeen met de tekening. Een tekening sturen en dat het dan gemaakt wordt is dus geen vanzelfsprekendheid. Het is wel een ontstellend aardige man en omdat het niet goed is, gaat hij het opnieuw maken. We weten dan nog niet dat er een groot aantal mislukkingen nodig zijn om enigszins in de goede richting te komen.

Dinsdag 26 november

’s Morgens spreek ik alleen af met Bibi, Rama is naar een begrafenis. We gaan naar Modou en een aluminiumgieterij in wat je het staaldistrict zou kunnen noemen. De hoofdstraat van het district staat bekend om de plassen rioolwater die er meestal staan. De straat is het laagste deel van de wijk en omdat het riool niet goed werkt komt het water vaak omhoog. Het ruikt wel, maar stinkt niet, dus valt het wel mee. We gaan eerst naar Modou de staalman. Zijn werkplaats is zoals alle werkplaatsen voor het grootste deel op straat. Er staan een paar bokken in het zand en ze hebben alleen een haakse slijper en een lasapparaat. Omdat het een staaldistrict is met ieder zijn specialiteit, hebben ze geen voorraad. Even verderop halen ze wat ze nodig hebben. We bespreken de tekeningen met hem en bepalen de prijs om een eerste prototype te maken. Daarna gaan we een stukje verderop in de straat een steeg in met aan weerszijden werkplaatsjes. Vooraan staan de producten die in de steeg met werkplaatsjes worden gemaakt. Het leeuwendeel zijn barbecues en stapels aluminium pannen. Er wordt door heel veel ambachtslieden links en rechts in alle gaten en hoeken gewerkt. De meesten werken gehurkt op de grond. In plaats van staalplaat te knippen of snijden, slaan ze met beitels de vorm die ze nodig hebben uit gerecycled rechtgeslagen plaatmateriaal. De barbecues worden van halve vaten gemaakt en er worden onderdelen gemaakt. Het meest onder de indruk ben ik van een onderdeel dat gemaakt wordt van een hoekprofiel van 3 of 4 mm dik waar met de hand drie gaten in geponst worden. Ze slaan de gaten er met de hand in door met een moker op een pen door het materiaal in het gat eronder te slaan. In elk profiel van een centimeter of 15 zitten drie gaten. De ponser heeft er tientallen liggen en slaat de gaten alsof het niets is. Er gebeurt van alles; kommen die uit rechte plaat geklopt worden, ornamenten in de vorm van bloemen die met handgereedschap geslagen worden, materiaal dat van elkaar wordt gescheiden om weer wat nieuws mee te maken, smeden, eigenlijk alles wat er met de hand met staal gedaan kan worden, gebeurt in de steeg. We komen bij de aluminiumgieters en overhandigen de vorm van een schaal die we in Nederland hebben laten printen. Het is een vrij rank ontwerp en ik twijfel of ze het kunnen maken en Bibi heeft terecht zijn twijfels over de lossendheid. Althans, het is zeker niet lossend, maar misschien kunnen ze het met een truc toch oplossen. We bespreken wat het kost om een prototype te maken en wanneer hij het klaar heeft en laten de schaal achter.

Daarna gaan we langs een winkel waar ze producten van gerecycled plastic plaatmateriaal verkopen. Eigenlijk is het een soort pilot store van de fabrikant van dit plaatmateriaal. Bibi heeft al een heel aantal producten met ze ontwikkeld en het lijkt erop dat het vrij gemakkelijk zal zijn met ze te gaan werken. Daarna neemt Bibi me mee naar een prachtig lokaal restaurantje in het centrum. Lang geleden is het restaurantje door een vrouw achter een huis op de binnenplaats gestart. Er hangt een plakkaat bij de kassa en voor zover ik begrijp is het onveranderd gebleven. Je kan er typische Senegalese gerechten bestellen. Het zijn veel vis ovengerechten en de porties blijken op z’n zachtst gezegd meer dan voldoende, wat overigens overal wel het geval is. Rama heeft zich losgerukt van de begrafenis en is net op tijd voor het eten.

Na de lunch gaan we naar het oude Palais de Justice, waar de hoofdpresentatie van de BiĆ«nnale is georganiseerd. Het is een geweldig koloniaal gebouw dat een poos op de nominatie heeft gestaan gesloopt te worden, maar waarvan inmiddels de kwaliteit wordt ingezien. Alhoewel het al dan niet slopen misschien helemaal niet om kwaliteit gaat, maar veel meer om de discussie of het koloniale verleden uitgewist moet worden of dat je het als onderdeel van de geschiedenis van het land moet zien waarbij het goede behouden mag blijven. Het gebouw is geweldig en de kunst ook! Er is zelfs een vleugel met design. De BiĆ«nnale biedt waarop ik hoopte; een brede blik op wat er in Afrika op het gebied van kunst en dus in de werkelijkheid aan de hand is. Waarbij de afschuwelijke situatie die is ontstaan doordat Europa viscontracten met de machthebbers heeft gesloten waardoor lokale vissers niet meer in hun bestaan kunnen voorzien een terugkerend onderwerp is. De kunst is sowieso voor een groot deel geĆ«ngageerd, wat ook logisch is. De rest van de week gaan we tussen de bezoeken aan ambachtslieden en bedrijven door naar zoveel mogelijk presentaties. Een van de indrukwekkendste is wat mij betreft een film van een Amerikaanse kunstenaar. Hij vertelt aan de hand van oude camera- en filmbeelden hoe hij als kind niets begreep van de rituelen in de kerk waar zijn ouders (bijna) in extase religie beleven en hoe hij op zoek naar zijn roots in Afrika vrijwel vergelijkbare springlevende rituelen ontdekt. Zijn ouders deden in de kerk wat hun voorouders in Afrika al eeuwen deden. Ze hebben het Christelijke geloof naar hun hand gezet. Wat op zich een hele interessante constatering is, ā€vrijheid om binnen het geloof je eigen ritueel te ontwikkelenā€ is best bijzonder! De beelden zijn subliem.

’s Avonds gaan we naar Aida en Benoit, vrienden van Rama. Aida is modeontwerpster en heeft haar eigen merk. Ze wonen in een prachtig huis op de eerste verdieping boven de boetiek en de naaiateliers. Het huis is rond een binnenplaats met zwembadje en kokosbomen, op de eerste verdieping dus, gesitueerd. Ik weet dat het kokosbomen zijn omdat er besproken wordt dat ze netten moeten spannen omdat als de kokosnoten vallen, je met een helm op moet oversteken. De vallende noten zijn levensgevaarlijk. Het is het mooiste woonhuis waar ik tot nu toe ben geweest. Als we er naartoe rijden, heb ik de neiging te vragen om te stoppen omdat er een soort gek contrast te zien is. Het terrein is geaccidenteerd en links en rechts van de weg staan grote mooie huizen en in de buurt waar Aida en Benoit wonen is het heel groen, maar de weg is onverhard. Een op- en neergaande zandweg dus, met kuilen en rotsblokken maar her en der staan er schone moderne luxe wagens geparkeerd. Het is een grappige gedachte dat de welgestelde klanten van Aida, die heel succesvol is, door die zandbak hun weg naar haar winkel weten te vinden, maar hier is het heel normaal! Het is ongelooflijk gezellig, bij Aida en Benoit is er eten en is iedereen altijd welkom. 

Woensdag 27 november

De dag erop hebben we met Bibi afgesproken. We gaan naar een recycle kunststof rotatie gietbedrijf waar hij al een heel aantal producten laat maken. De techniek is eenvoudig; je maakt een stalen mal waar je granulaat in doet, in dit geval dus van gerecycled plastic, de mal gaat roterend in een enorme oven waardoor het plastic smelt en tegen de wanden van de mal blijft plakken. Het zijn eigenlijk twee hele grote rotatiemachines aan weerszijden van een grote oven. Als de ƩƩn erin zit om te smelten, is de ander eruit om af te koelen, te ontladen en weer te laden. Het proces gaat voortdurend op en neer. Bibi heeft problemen met het viezig verkleuren van het zitgedeelte van een stoel en bespreekt hoe ze dat kunnen oplossen door een verandering in de mal. Het is geweldig om de fabriek te zien en super nuttig om bij het gesprek over het probleem met de mal te zijn.

Daarna gaan we gelijk door naar de aluminiumgieter die de schaal inmiddels heeft gegoten. Het probleem van de voetjes die niet lossen, hebben ze opgelost door de vorm met de hand te slijpen en de ribben zijn eigenlijk te dun voor het materiaal en de mallen die gebruikt worden. Het is best een mooi object geworden, maar totaal niet verkoopbaar. Bibi is in gesprek om te zien hoe en of ze het dan wel kunnen realiseren, maar ik zeg dat ik een nieuw ontwerp ga maken. Het wordt in elk geval een stuk lomper dan het eerste!

’s Avonds gaan we naar de Nederlandse ambassade. Omdat Erik al decennialang in Dakar woont, is hij onderdeel van de Nederlandse community. Door hem zijn we uitgenodigd voor een etentje bij de ambassadeur. Een paar dagen ervoor hebben we al afspraken gemaakt op de ambassade om de plannen te bespreken, elkaar te leren kennen en wie weet een mogelijke samenwerking voor de toekomst te bespreken. Tot op heden heb ik alleen nog maar gemaild met Erik, dus we ontmoeten elkaar voor het eerst. Het is een heel leuke informele, ongedwongen avond ter gelegenheid van een stel dat lang in Dakar heeft gewoond en nu even terug is. Verschillende mensen hebben de blog gelezen. Ik krijg de vraag hoe vaak en lang ik in Dakar ben geweest. Ik vertel dat ik een keer negen dagen ben geweest en er nu voor de tweede keer ben. Ze begrijpen niet dat we in zo’n korte tijd zoveel hebben meegekregen. Voor hun was Blog 1 een feest van herkenning. Die avond vertel ik aan Erik wat mijn motivatie en bedoelingen zijn. Dat ik kunst wil kopen en bij ons wil laten zien om de kunstenaars verder te helpen, producten wil ontwerpen, ontwikkelen en verkopen om ambachtslieden werk te geven en typische Senegalese producten die ik mooi vind, wil inkopen en om ze bij ons te verkopen. En dat ik een bedrijf met Rama wil oprichten dat de zaken in Senegal op poten zet en regelt. Zijn antwoord is dat hij dat heel lang heeft geprobeerd, maar dat het niet gelukt is, maar dat dat niets zegt want hij had Rama destijds niet. Overigens heeft hij dus wel een geweldig bedrijf wat massief houten producten maakt. Dus zo niet gelukt is het nu ook weer niet!    

De laatste paar dagen sjezen we op en neer tussen tentoonstellingen en werkplaatsen. Er is vrijwel niets dat in ƩƩn keer goed gaat, maar toch gaat het boven verwachting, want er komen snel resultaten uit. Ook wat dit betreft is het ongelooflijk belangrijk dat Rama overal bij is. Ze is super helder naar de ambachtslieden en gek genoeg spreek en begrijp ik wat er gezegd wordt en toch zou ik zelf niet veel bereiken. Ze weet wat er nodig is. Als we de eerste proto van een stoel die Modou heeft gemaakt gaan bekijken, is deze best in de buurt van wat de bedoeling is. Er moet een detail of 6 veranderen, maar het is duidelijk dat Modou de stoel kan maken. Als we de dag erop terugkomen, blijkt dat hij vrijwel alles heeft begrepen op ƩƩn detail na. Ik denk we nemen de stoel mee en laten hem bekleden, maar Rama zegt dat als je nu deze verkeerde stoel meeneemt, het de volgende keer weer verkeerd zal zijn. Ze vraagt ze hoe lang het duurt om de stoel aan te passen en omdat het snel zal gaan, vraagt ze het direct te doen. We zijn getuige van een soort ambachtelijke dans van vader en zoon met de vader in de regie. Ze pakken de stoel, buigen tussen pinnen die op een bok zijn gelast, de verkeerde bochten recht en de juiste bochten erin. Om de gewenste ronding in de rug te krijgen, leggen ze de stoel met de rug op een hol stalen blok, iets van een oud wiel zal het zijn, en met enkele rake klappen is het zoals op mijn tekening. Als klap op de vuurpijl slijpen ze de onderste rug spijl eruit, buigen hem recht en slaan ook daar dezelfde ronding in. Staal is duurder dan arbeid, dus i.p.v. snel van een nieuw stuk staal een onderdeel te maken, loont het de moeite het oude onderdeel recht te slaan, in de goede vorm te maken en weer opnieuw te gebruiken. In enkele minuten is het detail aangepast. We nemen de stoel mee naar DramĆ© die hem met rotan gaat bekleden. DramĆ© heeft inmiddels nog een prototype van de lamp gemaakt en het lijkt al meer op het ontwerp, maar is nog lang niet wat het zijn moet.

De laatste dag gaan we op bezoek bij Erik. Hij laat ons zijn landgoed zien waar hij al tientallen jaren woont, werkt en bouwt. Naar aanleiding van mijn Afrika blog heeft hij meer blogs gelezen. Hij heeft geconstateerd dat hij aan dezelfde ziekte lijdt als ik; namelijk dat hij niet kan ophouden met bouwen. We krijgen een rondleiding nogmaals langs de werkplaats, maar vervolgens van gebouw naar gebouw. Ik meen dat er in totaal 5 woningen en enkele andere gebouwen verspreid over twee grote stukken grond staan. In het presentatiegebouw staan de prachtige beelden van Hans van Bentem.

Dezelfde dag doen we nog een poging om in contact te komen met de familie Dia, de fabrikant van de rode plastic emmers. Nu gaan we naar de fabriek zelf. Voordat we arriveren, rijden we langs weilanden van plastic dat daar verzameld en geselecteerd wordt. Er werken tientallen mensen tussen het plastic dat omgegooid wordt door grote bulldozers. Plastic is een waardevolle grondstof en de factor arbeid vormt hier geen belemmering om er iets mee te doen, dus wordt het plastic met de hand gesorteerd. Ik spreek niet met de arbeiders. Het werk lijkt me vies en zwaar, maar het is werk, dus inkomen en er wordt plastic hergebruikt. Ik weet niet wat ik ervan moet denken. Als we in de fabriek aankomen en we ons melden, heeft Rama een verhaal klaar. Ze heeft verschillende keren gebeld, maar geen contact gekregen en dat we toen maar gewoon naar de fabriek zijn gekomen. Het lijkt te werken, want uiteindelijk komt er een man naar ons toe die net doet of hij een gewone manager is, maar later hoor ik van Rama dat hij een van de eigenaren is (familie Dia dus). Hij is best aardig, maar we mogen de fabriek en het proces niet zien en eigenlijk wil hij ook niet dat we producten bij hem kopen, hij is bang dat we zijn producten na gaan maken. Niet verkopen is een beetje onzinnig om namaken te voorkomen, want de producten zijn op elke straathoek te krijgen. Hij is wel heel gevoelig voor het recycle verhaal en als hij hoort dat ik in 1990 de eerste sloophouten kast heb gemaakt, lijkt hij wat te ontdooien. Veel later horen we dat de familie een keer belazerd is en dat ze sindsdien niemand meer binnenlaten. Voorlopige conclusie van het verhaal is dat wij de emmers die overal te koop zijn niet bij de fabriek kunnen inkopen. Ik denk dat als we links of rechts gaan inkopen en het een succes blijkt, we misschien best weer opnieuw kunnen aankloppen om in te kopen en als we dat een tijdje doen, zullen ze de fabriek ook wel laten zien. Maar ergens moeten we die emmers dus zien in te kopen.

We doen die dag ook nog een rondje langs de werkplaatsen wat hoogst noodzakelijk blijkt, want weer zijn bijna alle prototypes best een stukje verder in de juiste richting, maar niet wat er getekend is. De tekeningen kloppen overigens ook weleens niet en zijn voor hier totaal niet adequaat. Je moet gewoon in centimeters, liefst hele maten werken en de maten in de tekening zetten zoals er in het werk gemeten wordt.

ā€˜s Avonds gaan we met vrienden van Rama, die ik eerder ook al heb ontmoet, naar de Var. Het is de (oude) lichttoren van Dakar waar nu ook een restaurant en soort van club is gevestigd. Ook op deze reis krijg ik weer de geweldige muziek- en danscultuur mee.

Dit keer weet ik dat de terugvlucht een nachtvlucht is en wat om te vertrekken best relaxed is. We gaan nog langs bij Djibril op La GorĆ©e. Vorige keer heb ik alleen zijn werk gezien en heeft Rama daarna op basis van foto’s die ik had genomen 10 werken van hem gekocht en nu ontmoet ik hem voor het eerst. Het is weer een super bijzondere ontmoeting. Niet in het minst omdat Rama en Djibril volle neef en nicht zijn en elkaar hebben ontmoet omdat ik zijn werk zo mooi vind.

Die nachtvlucht is wat minder als het om thuiskomen gaat. Ik land rond 5 uur in Brussel en als ik thuiskom, blijkt dat mijn sleutels weg zijn en Stefanie niet thuis is. Gelukkig is ze wakker en appt ze dat er een sleutel op haar bureau in haar atelier ligt. Uiteindelijk kom ik binnen en kan nog een paar uur slapen. Ook deze reis was weer waanzinnig inspirerend en dit keer zijn er nog meer mogelijkheden ontstaan.

Ik kan nu ontwerpen zoals ik dat graag doe, vanuit de mogelijkheden zoals die zich aandienen. Dit keer ben ik ernaar op zoek gegaan. Ik weet wie het gaat maken en met welke technieken en materialen ik kan werken. Het is natuurlijk niet zo dichtbij als bij ons in de werkplaats, maar uiteindelijk is het hetzelfde en als we lang kunnen samenwerken, zal het steeds makkelijker gaan. We kunnen nu verder gaan met DramƩ, Modou en aluminiumgieters, maar we hebben daar het rotatiegieten, de platte plastic recycleplaten, weven, manden maken en de houten objecten van Erik aan toegevoegd. Daarnaast hebben we nog een heel aantal ateliers bezocht die nog niet genoemd zijn.

Na terugkomst begint er een periode waarin ik veel nieuwe ontwerpen uitwerk en naar Rama mail of app. Ook zijn we druk bezig de bestaande ontwerpen verder uit te werken, wat ongelooflijk veel aandacht vergt. Ik wil heel graag dat de samenwerking voor Rama ook zakelijk interessant is, maar ze wil sowieso niets verdienen zo lang er geen winst gemaakt wordt. We spreken wel af dat het businessmodel wordt dat alles dat ingekocht om verkocht te worden met een marge van 50% voor een door ons gezamenlijk op te richten bedrijf aan Nederland wordt gefactureerd. En de marge is in eerste instantie bedoeld om de kosten van Rama te dekken. Als je prototypes maakt zoals dat nu het geval is, is die deal niet heel best, maar met de inkoop van kunst en producten werkt het wel gelijk. We hopen erop dat het model duurzaam voor inkomsten zal zorgen. Voor ons beiden is wat we aan het doen zijn vooral heel leuk en de business niet het belangrijkst!

We bedenken dat we het project in twee fases gaan introduceren. De eerste fase is een soort beeld, kunst en producten verslag van de eerste reis. We tonen dan ook de eerste prototypes van de ontwerpen. In oktober tijdens de DDW vullen we het aan met de eerste productiemodellen die dan ook te koop zijn. De eerste expositie zal op 17 mei plaatsvinden 

Ik heb bedacht dat het hele project niet meer dan 20 of 30 duizend euro zal kosten en dat we daar een groot aantal eigen ontwerpen voor zullen hebben ontwikkeld, en kunst en producten hebben aangekocht. Dus als we in het onwaarschijnlijke geval niet verkopen, hebben we prachtige kunst, hele mooie producten en wat belangrijker is, een geweldige ervaring. Eigenlijk is het nu al een knallend succes!

Langzaam maar zeker blijkt dat we zoveel aan het maken zijn dat het noodzakelijk is om weer naar Dakar te gaan. Ik hou niet zo van reizen, maar dat geldt niet voor deze bestemming en reden! Op 28 januari vlieg ik weer naar Dakar om daar ruim een week met Rama resultaten te bekijken, instructies te geven en de ontwikkeling van nieuwe producten op te starten. 

Derde keer Dakar

Dinsdag 28 januari

Erik heeft aangeboden dat we in zijn appartement in Dakar kunnen slapen. Rama huurt een studio op 20 minuten lopen van het appartement (als je tenminste goed loopt) zodat we beiden ook nog wat tijd voor onszelf hebben. Het appartementengebouw is aan de Rue Tolbiac, een ongelooflijk drukke handelsstraat. Erik waarschuwde me dat het er een levendigheid van jewelste is. Er is een moskee vlakbij waar ook ’s nachts gebeden uitkomen, een politieschool waar ’s morgens vroeg met marsliederen en appĆØl de dag wordt begonnen en het gebouw grenst dus aan een hele drukke straat. Ik vind het er geweldig. Elke avond als ik met de taxi Rama heb afgezet, loop ik terug door de stad. De eerste keer raak ik de weg kwijt omdat ik die niet weet, maar alle dagen erna gebeurt hetzelfde omdat ik om me heen aan het kijken ben. Na een paar dagen loop ik zoals elke dag, dit keer afgeleid door een jonge jongen die een wheelie op een scooter maakt, langs de deur waar ik in moet. Uit een donkere hoek van de straat waar kennelijk iemand elke dag zit, hoor ik ā€œmonsieur, monsieur ā€¦ā€ Hij wijst me erop dat ik te ver ben gelopen. Ik bedank hem en zeg dat ik overal verkeerd loop en het heerlijk vind. Hij moet lachen. Het moet na elven zijn geweest, want daarvoor is het nog te druk op straat om wheelies te maken.

De eerste nacht is even wennen en vooral tot een besluit komen om met het raam open te slapen waardoor de temperatuur goed is, maar wel meer geluid van buiten komt of met het raam dicht en een airco die wat piept en kraakt. Het raam open blijkt de rest van de week de beste optie.

Ik heb contact gehad met Bibi om iets van afspraken te maken, maar hij lijkt meer te denken; als je er bent, dan regelen we het en gaan we op pad. Als ik app dat ik geland ben, maken we een afspraak om de dag erop, nadat we alle ateliers hebben bezocht, bij hem in de studio langs te komen.  

Woensdag 29 januari 

De volgende morgen gaan we op tijd op pad om langs alle ambachtslieden te gaan en zoveel mogelijk op te starten, zodat we dezelfde week nog resultaten kunnen zien. Als we vanuit het appartement de drukke straat op lopen, is ongeveer het eerste waar we tegenaan lopen een duwkar vol met rode plastic emmers. Rama vraagt waar hij ze gekocht heeft, even verderop in de straat zit een groothandel. We kunnen niet gelijk op zoek gaan, want we hebben een afspraak bij Modou en DramĆ©, en we willen de nieuwe mallen voor aluminium producten naar de gieter brengen. Modou heeft onderdelen van de buizen fauteuil en een strandstoel gemaakt. Hij kon niet verder, omdat de tekeningen niet duidelijk zijn. We hebben hem als voorbeeld een foto en technische tekeningen van een vergelijkbare stoel gestuurd en een potloodtekening die ik als laatste heb gemaakt. De laatste tekening klopt, maar hij heeft het allemaal een beetje door elkaar gehaald. Dat is helemaal niet gek, ik denk dat als ik met deze informatie bij ons in de fabriek was aangekomen het ook verkeerd was gegaan. De conclusie is dat ik veel meer aandacht moet schenken aan eenvoudige en correcte informatie. We bespreken hoe hij verder kan en wanneer we weer langskomen om de producten te bekijken en hopelijk meteen mee te nemen om hem te laten bekleden. Daarna gaan we naar de aluminiumgieter. We laten hem de nieuwe modellen zien en vragen of hij ze kan maken en wat de prijs zal zijn. Rama onderhandelt behoorlijk en we spreken een prijs af. Ze vindt het eigenlijk nog steeds te duur en zegt tegen me dat ze het later ook ergens anders gaat proberen. Daarna gaan we naar DramĆ© waar we weer een nieuwe en verkeerde versie van de lamp te zien krijgen. Het blijkt verschrikkelijk moeilijk voor hem en in dit geval kloppen de tekeningen eigenlijk wel. Ik heb een 1:1 tekening bij me waar hij een mal van kan maken, dus zou het goed moeten gaan. We gaan weg en spreken af om in de loop van de week weer langs te komen als de lamp af is. ā€˜s Middags gaan we naar Bibi. We bespreken met Bibi wat we deze week gaan doen en ook dat we de mallen naar de aluminiumgieter hebben gebracht. Bibi vindt de prijs die we voor 5 producten betalen wel prima. Hij blijkt over twee dagen een afspraak bij de rotatiegieter te hebben en we spreken af om met hem mee te rijden. 

Donderdag 30 januari

Vandaag gaan we de stad uit. Rama heeft geregeld dat we het eerste stuk met de TER, (Train Express RĆ©gional) een nieuwe treinverbinding, doen en dat Laye ons dan bij een station komt ophalen. Ik vind de trein fantastisch omdat er zoveel te zien is. Nog los van de reizigers die voortdurend in- en uitstspappen trekken de voorsteden zonder ook maar iets te hoeven doen aan je voorbij. En een andere plek of richting betekent een heel ander zicht, dus het blijft voorlopig nog wel genieten. 

Eerst gaan we naar de houtwerkplaats van Erik. Daar gebeurt eigenlijk hetzelfde als overal; op- en aanmerkingen, afspraken en weer verder. Alleen in dit geval zijn de ontwerpen dus gericht op het behoud van het karakter van de stam en is het dus interessant bijzondere stammen uit te zoeken. We lopen over het veld bezaaid met stammen en ik kies er een paar uit. De gekste zijn waar de stammen splitsen, waardoor je twee voeten onder ƩƩn stam krijgt. Veel later als ik alweer terug ben in Eindhoven, onder invloed van Steef die de ontwerpen maar saai vindt, besluit ik het ontwerp; een perfect ronde of rechte plintvoet onder de grillige stam wat expressiever te maken door de plint hoger en prominenter te maken. Op foto’s zag het er gelijk veel beter uit.

Daarna gaan we naar Dakar Design, de instelling waar ik eerder ben geweest en waar ze stoffen voor ons gaan weven en wellicht de hoezen naaien. Ze hebben de maanden ervoor een eigen interpretatie van de dessins die we hebben gestuurd geweven die er op foto heel mooi uitzagen. Nu ga ik ze in het echt zien en gaan we bespreken hoe we verder moeten. We spreken met Lazard, dezelfde man als de eerste keer, hij begroet me als een vriend. Ook hier zijn het moderne gasten die weten waar ze het over hebben, maar er wordt wel met de hand geweven. Ze kleuren hun eigen garens. Het aantal kleuren is beperkt en we krijgen van elke kleur een voorbeeld mee om thuis de kleuren voor de verschillende dessins te bepalen en ook streepdessins voor de strandstoel te ontwerpen.

Als laatste gaan we naar de winkel van de gerecyclede plastic plaat fabrikant om mijn ontwerp te bespreken. Ik heb een variant van de 100% tafel (in aluminium) getekend. Bibi vindt dat ik deze zonder schroeven zou moeten ontwerpen, maar ik ben van de verbindingen en houd het bij het oude. In plaats dat zij de tafel direct gaan maken, spreken we af dat ik eerst in Eindhoven een proto laat maken. Dat is maar goed ook, want de dimensies blijken niet optimaal. In de winkel hangt een voorbeeld plaat van restanten van de productie, dubbel recyclen dus! ik vraag of we van die platen de tafels kunnen laten maken! Het alternatief is een samenwerking met Bibi die een idee heeft om ronde kleurvlakken in het plastic te maken wat perfect zou gaan met deze tafel.     

Vrijdag 31 januari 

We gaan vandaag dus weer naar de rotatiegietfabriek. Dit keer om de tekeningen te bespreken. Deze fabriek is van dezelfde eigenaar, maar aan de andere kant van de stad. Nu begrijp ik waarom we bij Bibi verzamelen. Onderweg staan we weer een hoop stil, maar mij maakt het niet uit. het is een nieuw deel van de stad en waar je ook kijkt is er van alles te zien. Bibi bespreekt eerst de vorderingen met betrekking tot de zitting van zijn stoel waar hij nog steeds mee bezig is. Daarna bespreek ik aan de hand van 1:1 tekeningen die we op prachtig, heel duur, papier (waar ze ook geld op drukken) hebben geprint. Een super goede stagiaire heeft de tekeningen gemaakt, maar ik heb ze niet goed gecontroleerd en hoe mooi het papier ook is, het gaat uiteindelijk om de tekening die ook in dit geval niet correct is! Ik heb geluk, want de technisch directeur waar we mee zitten is heel goed. Hij haalt er zelf van alles uit, doet suggesties en komt uiteindelijk met de opmerking dat de wijze waarop twee verschillend gekleurde onderdelen op elkaar gezet worden veel eenvoudiger en goedkoper kan. Hij stelt voor eerst een simpele versie te proberen en als het niet naar tevredenheid is, kan de toevoeging die wij voor ogen hebben altijd nog gedaan worden. Een hele pragmatische benadering dus. Het leuke is dat ik al verschillende keren in Nederland geprobeerd heb om met gerecycled plastic rotatie te gieten, maar dat het er nooit van kwam en nu lijkt het te gaan lukken. Hij gaat eerst een offerte voor de mallen maken die hij naar Bibi stuurt. Ik heb allang in de gaten dat het beter is als ik qua offertes en betalingen op de achtergrond blijf, eigenlijk zou ik er niet eens bij moeten zijn. De aanwezigheid van een toubab (blanke of wit mens) leidt direct tot hogere prijzen.

We zijn ā€˜s middags al terug en lopen naar een restaurantje. Onderweg komen we langs een palletverwerkingsbedrijf. Zoals bij alle bedrijvigheid gebeurt het meeste op straat. De planken, blokken en spijkers worden minutieus gescheiden en verwerkt tot materiaal dat weer gebruikt gaat worden. Waar wij betalen voor verwerking van afval is het hier geld waard. Ik wil een foto maken, maar krijg een boze reactie, het is niet vanzelfsprekend dat je mag fotograferen. Dat heb ik al eerder gemerkt. Dit keer is de reactie best pittig. Rama legt uit dat het niet mogen fotograferen vooral voor blanken geldt, maar dat het ook iets te maken heeft met bijgeloof dat je door een foto te maken iets afneemt. Maar dat is dan wel weer strijdig met haar constatering dat vooral jonge gelovige mannen inhoudelijk bezwaar hebben, de oudjes zijn beter opgeleid en relaxed! Of het een vorm van ā€œvroeger was alles beterā€ is, weet ik niet, want Rama is niet oud! Maar fotograferen kan je beter vragen. We lopen verder en opeens stopt alles. Auto’s staan stil, mensen komen overal vandaan met een kleedje onder de arm en zoeken op straat een plek om met het gezicht naar Mekka te gaan bidden. Rama haast zich want ze wil er voorbij zijn voordat het begint, maar dat lukt niet, dus moeten we wachten. De straat is dus even de moskee. Omdat er zoveel mensen geloven, past het sowieso niet in de moskeeĆ«n die er zijn, dus is het een praktische oplossing. Het heeft als bijkomend voordeel dat er minder over de ruggen van arme gelovigen dure gebouwen neergezet worden zoals dat eeuwenlang bij ons is gebeurd. En natuurlijk ook dat er achter de muren van het instituut geen bedenkelijke zaken plaatsvinden. Als we weer verder gaan en achter een andere menigte biddende mensen lopen die een kwartier later zijn begonnen, achterlangs mag wel want dan zit je er niet tussen, legt Rama uit dat de gebeden met verschillende religieuze leiders zijn en dat elke leider zijn eigen volgelingen heeft. Dat zijn de foto’s van de mannen die overal te zien zijn. Het gebed is iedere vrijdag om 13.45 en om 14.00 uur. Niet iedereen neemt het nauw en gelooft, want er rent een jongeman in typisch Afrikaanse trage lang pas voor de biddende mannen van de ene naar de andere kant van het kruispunt. We gaan bij l’Institut FranƧais lunchen, de plek waar ik de eerste reis met Geertje plaatjes heb gekocht. Ik ga er weer plaatjes zoeken, maar ben een beetje gehaast omdat Rama op me staat te wachten. Ik zoek een stapel uit en we bespreken de prijs. De Afrikaanse platen zijn heel duur en die uit Europa betaalbaar, de meeste zijn best aftands, maar na mijn laatste schoonmaaksucces laat ik me daar niet door afschrikken. Ik spreek af dat ik begin van de week terugkom als ik meer tijd heb.   

Zaterdag 1 februari 

Rama heeft nagevraagd waar de groothandel in emmers zit en we beginnen de dag met een bezoek aan de winkel in de hoop dat we eindelijk de plastic terracottakleurige emmers kunnen gaan inkopen. De winkel heeft alle modellen en als we naar binnen gaan, blijkt dat ze nog veel meer mooie producten hebben. Alles wat er in de winkel staat, is in grote hoeveelheden en stapels. Een groot deel wordt in AziĆ« gemaakt, maar de grote aluminium schalen zijn Senegalees en hartstikke mooi. Ook zie ik nog knalrode platte manden. Waar die vandaan komen, weet ik niet, maar ze komen ook op het verlanglijstje! De speurtocht naar de emmers heeft bij toeval weer andere vangsten opgeleverd. Het project Eindhoven-Dakar lijkt gezegend met mogelijkheden en kansen die zich als vanzelf aandienen! We gaan daarna nog naar Modou om een barkruk, die ik vlak voor mijn vertrek heb getekend, te bespreken. We hebben eigenlijk te veel producten bij hem lopen, waardoor de aandacht verdeeld wordt en de kans op fouten groter wordt. Toch zetten we de barkruk ook in. Het is maar een eenvoudig ding, maar wel stapelbaar (zoals de andere stoelen dat ook zijn). Dus mocht het een succes worden en we gaan aantallen verkopen, kunnen er een hoop in de container!

Zoals bijna elke middag lunchen we in een restaurant aan zee. Elke keer opnieuw is het een heerlijke ervaring. Het is wel zaak licht te eten, omdat je dus altijd veel krijgt en als je zowel luncht als dineert het bijna niet te doen is! Luxeproblemen dus!

’s Middags gaan we naar Village d’Art waar ik de eerste keer het werk van IkevĆ© en Mabaye heb ontdekt. We hebben een afspraak met IkevĆ© die ik voor het eerst ga ontmoeten. Het beeld van zijn prachtige grote doeken die zacht in de bomen wiegen, staat nog steeds op mijn netvlies gebrand. Het is een superleuke jongeman die totaal is toegewijd aan zijn werk. Hij werkt aan meerdere doeken tegelijk en zijn atelier hangt vol met prachtig nieuw werk in wording. Het is enorm inspirerend en nuttig om hem in zijn omgeving te ontmoeten. Ik ben nog zekerder van de keuze die ik in eerste instantie puur op basis van het werk in de bomen heb gemaakt. De dag eindigt bij het restaurant in de vuurtoren. 

Zondag 2 februari 

Zondagochtend loop ik naar het appartement van Rama. Van daaruit gaan we door naar de haven om de veerboot naar  ĆŽle de GorĆ©e te nemen. Ik loop voor het eerst de andere kant op, maar het grootste verschil is dat het zondagochtend is. Het is normaal maar 20 minuten lopen, maar de stad is compleet anders. De winkels zijn dicht, de straten leeg, en in plaats van een krioelende mensenmassa zijn nu de kleurrijke gesloten deuren en poorten te zien. Ik raak door alles wat er te zien is keer op keer de weg kwijt. Ik loop langs de boom waar we een paar keer met de taxi langs of half onderdoor zijn gereden. De boom hangt over de weg en voor de duidelijkheid is het onderste deel wit geschilderd. Nu heb ik de kans een foto te maken. Na drie kwartier kom ik precies op de plek waar ik ongeveer vertrokken ben. Met de kaart op mijn telefoon gaat het een stuk beter en ben ik in een mum van tijd bij het appartement. Rama heeft zich zorgen gemaakt en wilde bijna bellen, maar heeft het toen maar gelaten, ze begint me te kennen.

Op La GorƩe lunchen we met Djibril in het restaurant van zijn neef. Iedereen is familie van elkaar, dat is bij ons eigenlijk ook zo, maar hier is er nog verband. Djibril en Rama praten over de bruiloft van hun neef (of nicht) die gisteren was en waar ze beiden niet waren. Er zijn al beelden gedeeld en vooral de dansende oma gaat viraal. Met in mijn achterhoofd de film van de Amerikaanse filmer die tijdens de Biƫnnale te zien was, lijkt het me geweldig om bij een traditionele bruiloft te zijn. Dat gaat dus niet meer, maar Rama vertelt dat de bruid en de bruidegom de dag erop, vandaag dus, ieder met hun eigen familie het nog een keer vieren en daar kunnen we wel naar toe.

Met Djibril lopen we naar zijn ruĆÆne galerie en langs zijn werken die op muren in de straatjes hangen. Door allerlei gedoe met zijn galeriehouder op het eiland lukte het de vorige keer niet om nog meer, maar vooral wat grotere, maskers te kopen. Ik hoop dat het nu wel lukt en neem van alle werken die ik mooi vind een foto.

Eind van de middag gaan we eerst langs het huis van de tante van Rama waar we een nichtje oppikken om vervolgens naar de bruiloft te gaan. Het is een groot huis, maar dat moet ook wel, want er wonen meerdere gezinnen van de familie. In hoog tempo leer ik een hoop neven en nichten van Rama kennen. Als we naar buiten lopen, staan daar nog een paar familieleden. Het is een prachtig gezicht hoe iedereen elkaar na lange tijd begroet. Als we aankomen bij de bruiloft blijkt het voor de poort naar de binnenplaats van een huis in een nauwe straat plaats te vinden. Er wordt getrommeld, gedanst en gezongen, precies zoals in de film. We zijn er best lang en ik praat met verschillende mensen. Het is een christelijke familie. Waarom we daarop kwamen, weet ik niet meer. Maar de bruiloft is Afrikaans; er zijn een paar gangmakers, steeds komt er iemand anders in de kring om te dansen, de een danst nog mooier en beter dan de ander. Op een goed moment staat er een weldadig gevormde vrouw vlak voor me op en werkt zich tussen de stoelen naar de dansvloer. Zodra ze een eerste beweging maakt, gaat het ritme twee keer zo snel en hard en danst ze heel kort. Haar billen en hele lichaam bewegen op het ritme. Zodra ze stopt, gaat het ritme direct naar beneden. Het is magistraal! We zijn er een paar uur en ik praat, geniet en kijk mijn ogen uit.

Die avond kom ik laat thuis en vlak bij het appartement staat weer een witte Mercedes bus. De bussen zie je overal, meestal zijn ze prachtig beschilderd (deze is gewoon wit geverfd). De busdiensten die dus vrijwel elk traject afdekken zijn een soort privaat openbaar vervoer. De bus staat er elke nacht en is klaar voor vertrek. Later hoor ik dat omdat er verschrikkelijke ongelukken zijn gebeurd, ’s nachts rijden verboden is.     

Maandag 3 februari

Maandag zou een rustige dag moeten worden, maar de bezoeken aan de werkplaatsjes leveren altijd weer nieuwe problemen op. Gelukkig lijken er toch vorderingen gemaakt te worden. De lamp met DramĆ© wordt steeds meer een drama. Ik zeg maar niet dat ik ook behoorlijk begin te twijfelen of hij wel verkoopbaar is, ook omdat de prijs te hoog is. Dat is het nadeel als dingen te lang duren, dan ga je het kapot denken. Ik besluit de grotere lamp sowieso niet op te starten en eerst te kijken of deze lukt en of ā€˜ie verkoopt. De aluminium mannen hebben de producten afgewerkt en we kunnen ze ophalen. Met Modou bespreken we de buizenstoel waar de maten weer niet duidelijk van zijn. En waar ik me ook van afvraag hoe ze deze zonder mallen of hulpmiddelen recht gaan krijgen, wat later ook een probleem blijkt te zijn. Als we deze ontwerpen in series gaan maken, moeten we zorgen dat de producten in mallen gemaakt worden. De kleurwever krijgt de streep die we bedacht hebben maar niet in het midden. Later blijkt een andere wever dit ook niet voor elkaar te krijgen en ondanks uitleg begrijp ik eigenlijk nu nog steeds niet waarom dat een probleem oplevert. De volgende keer als ik ga, zal ik het bespreken. We gaan weer lunchen bij l’Institut FranƧais. De platen die ik apart heb laten zetten, zijn er nog. Ik luister nog wat, we onderhandelen en hij geeft best wat korting. Omdat ik het snel wil doen, koop ik een paar platen. Rama vraagt of ik een goede prijs heb gekregen en ik zeg dat hij wel korting heeft gegeven, maar niet heel veel. Ze vindt het maar niets als ik niet steviger onderhandel. Voordeel is wel dat we snel weer op pad kunnen en ik een paar heerlijke platen heb gekocht!

’s Middags gaan we voor de tweede keer naar een jongen die papier-machĆ© leraar is en ook (kunst)werkjes maakt. De eerste keer vond ik zijn vogels al heel mooi, maar was ik niet zeker. Ik heb de vogels op de zaak aan Monique laten zien en we vonden eigenlijk beiden dat het wel heel goed past. Ook omdat ze gemaakt zijn van rotzooi die hij gevonden heeft. Het is een superleuke man, eigenlijk zijn alle kunstenaars waar we mee werken waanzinnig leuke mensen, we praten over zijn werk en ik probeer uit te leggen wat ik van zijn grotere vissen vind die eigenlijk net iets te simpel zijn. Ik voel me niet zo op mijn gemak met het leveren van kritiek, maar hij is alleen maar blij met (opbouwende) kritiek omdat hij, zoals hij zelf formuleert, vooral met kinderen werkt is dit gesprek juist heel waardevol. We kopen dit keer 10 vogels!

Dinsdag 4 februari 

Vandaag is een belangrijke dag, want het is de laatste in Dakar. We gaan bij alle makers langs om de resultaten te bekijken en zelfs mee te nemen. Voordat we aankomen, stoppen we op de hoek van een straat bij een groot plein. We stappen uit en gaan door een poort een binnenterrein op. Daar is een soort outdoor winkelcentrumpje. De binnenplaats is een rommeltje met rotzooi, fietsen en scooters, omringd door kleine winkeltjes met vooral stoffen. Een van de winkeliers is de groothandel waar Rama haar Bogolans en andere doeken koopt. Het winkeltje is niet heel groot, maar de muren zijn van de plint tot aan het plafond volgestapeld met stoffen. In een mum van tijd ligt de grond bezaaid met doeken die we uitgevouwen hebben. Ik vraag of dat geen probleem is, maar Rama zegt dat dat zijn beroep is. De ene doek is nog mooier dan de andere en we besluiten er een hoop te kopen zodat we in Nederland een stapel Afrikaanse stoffen kunnen tonen en de Afrikaanse kussentjesbank kunnen bekleden. Rama bespreekt wat zaken en ik scharrel een beetje rond. Tussen de rommel zie ik een fantastische stoel, of liever gezegd, een met touwtjes aan elkaar geknoopte stapel stoelen. Er steken halverwege de stapeling aan de voorkant twee voetsteuntjes uit. Het is het summum van de gerepareerde stoelen die ik al op zoveel plekken heb gezien. Ik vraag waar de stoel voor dient en hij vertelt dat het voor de security is. Die zit lekker hoog op de stapel stoelen zodat hij overzicht heeft. Ik maak de stoel een beetje vrij en neem wat foto’s.

Modou heeft stoelen aangepast en bijgemaakt, vooral ook om er zeker van te zijn dat ze recht genoeg zijn om te stapelen. Helemaal recht zijn ze niet, maar genoeg om ze te bekleden. De rieten lamp is nog steeds niet goed en af en de strepen in het weefsel op de stoelen zijn nog steeds niet in het midden. De strandstoel is wel bijna goed. Maar voor die stoel moeten we wachten op de bekleding waarvan ik het ontwerp nog aan moet leveren en de stof nog geweven moet worden. De aluminium gegoten objecten zijn nu wel afgewerkt zoals we gevraagd hebben, deze kan ik mee naar huis nemen!

Bibi heeft de offerte voor het maken van de mallen voor het rotatiegieten gekregen. Ik heb eerst gevraagd aan Bibi of hij de prijs goed vindt, hij heeft er immers ervaring mee. Eerst begrijpt hij mijn vraag niet, maar het eerste wat hij vervolgens doet is de prijs naar beneden onderhandelen. Deze is nu prima en we geven een fiat om aan de slag te gaan. 

Woensdag 5 februari 

Omdat het terug altijd een nachtvlucht is, hebben we nog de hele dag. Ik ontbijt voor het laatst in het appartement en bedenk dat een plank wel handig zou zijn. Maar ik heb geen tijd meer om er een voor Erik te kopen. Ik kom wel op het idee dat de houtbewerkers wel een massief houten robotplank kunnen maken! Zo heb ik op de valreep nog een product voor de collectie bedacht. Op weg naar Somone, waar Rama woont, gaan we langs de stoelen wever om wat kleuren voor de buizen fauteuil uit te zoeken. In Somone gaan we naar haar boetiek en kijken naar alle producten, vooral stoffen, die ze verkoopt. Daarna gaan we bij een strandtentje van een vriend op een onwaarschijnlijk mooie plek eten. Het is een hut op het strand. Op de bar staat een hip geel elektrisch apparaat. Het blijkt een batterij van Chinese makelij die gevoed wordt door zonnepanelen. De wc is wat ouderwetser, je moet naar een wat hoger gelegen kavel tussen 4 muren in een gat waar een pot op staat je behoefte doen. Ik denk niet dat iedereen het even leuk zou vinden, maar ik vind het een van de mooiste toiletten waar ik ooit heb geplast. Het is een soort stilleven. Als we vertrekken, zit de eigenaar (vriend van Rama) met het gezin en aanhang uit een grote schaal gezamenlijk te eten. Shared dining is hier geen nieuwe ontwikkeling. Ze hebben het zo druk dat het niet lukt de aandacht te vangen. Na de laatste lunch nemen we afscheid en brengt Laye me naar de luchthaven. Onderweg gaan we nog langs bij de houtwerkplaats waar ze de veranderingen hebben doorgevoerd. Ze hebben ook al een tafel gemaakt van de gesplitste stam die ik had uitgekozen.

 

« Terug naar blogberichten
Laden...
Terug naar boven