Beschrijving
Het concept voor de ontwikkeling van het gebouw lag in het gebouw zelf besloten. Aan de zuidzijde van het RAG-gebouw is over de volle lengte van de gevel in de jaren zestig een laagbouw gerealiseerd. Het dak van deze laagbouw vormde een perfect dakterras voor de aangrenzende woonkamers en keukens. Het lag voor de hand om de woonruimtes direct onder de prachtige dakconstructies te situeren. Het RAG-gebouw is het eerste gebouw dat door architectenbureau Eek en Dekkers is gerealiseerd. Het project past naadloos in de manier van werken zoals Piet Hein Eek dit al decennia doet. In plaats van zich alleen om het ontwerp te bekommeren heeft Eek het hele proces van idee tot ingebruikname als werkgebied genomen. Eek en Dekkers hebben elkaar in deze benadering gevonden. Juist in de beheersing van het hele proces, vanaf het concept tot oplevering, wordt het resultaat zeker gesteld. De werkwijze wordt gekenmerkt door eenvoud, waarbij datgene wat er al is gerespecteerd wordt en als uitgangspunt wordt genomen voor hetgeen er gecreëerd wordt.
In haar vorige bestaan functioneerde het RAG-gebouw als pompgebouw en voorzag de omliggende fabrieken van onder andere perslucht en vacuüm. De industriële gebouwen rondom het RAG hebben inmiddels plaatsgemaakt voor nieuwbouwwoningen waardoor het gebouw geleidelijk middenin een woonwijk is komen te staan. Zelf heeft het RAG inmiddels ook een woonbestemming gekregen. De dakconstructie met geklonken spanten en daarop de betoncassettes (bimsplaten) met grote industriële stalen ramen geven een uniek karakter aan het pand.
Omdat het gebouw zo groot is, was het plan met het terras op het dak van de aanbouw een welhaast perfecte oplossing voor de helft grenzend aan de gevel. Maar wat te doen met de andere helft? Na een achteraf merkwaardig lange periode van dubben, wikken en wegen vonden we de oplossing. We besloten in het hart van het pand één stramien eruit te halen, twee ramen aan weerszijde van het pand op te offeren en de bimsplaten te verwijderen. Daarmee creëerden we een open binnenstraat waarin wederom dakterrassen op het zuiden konden worden gerealiseerd. De zon zou prachtig over het gebouw, parallel aan de nieuwe binnenstraat, opkomen en weer ondergaan. Door deze ingreep konden we in één keer alles oplossen. De ramen, deuren en elementen die aanwezig waren konden weer voor 100 procent in gebruik genomen worden. In de nieuwe binnenstraat maakten we niet alleen dakterrassen maar ook de deuren en ramen die we nog nodig hadden. Daar waar de verdiepingsvloeren op de originele stalen ramen in de buitengevel stuitten hebben we een detail bedacht waardoor het betonnen pakket van 30 centimeter dik precies aansluit op de originele horizontale raamspijlen. We respecteren en maken gebruik van wat er al is en lossen de rest op in wat nieuw gebouwd wordt.
De binnenstraat heeft een privaat-publiek karakter en is eigendom van de bewoners. Ze leven met zijn allen onder één dak, maar er is geen probleem met privacy omdat de woningen op het zuiden zijn georiënteerd. Vanaf de dakterrassen van de woningen in de binnenstraat kijkt men tegen de huiskamermuur van de overburen met daarboven dus het glas tot in de nok. De nieuwe kozijnen en puien aan de binnenstraat zijn allemaal in hout uitgevoerd. Waar we in eerste instantie dachten aan de typische stalen ramen en deuren, zoals deze origineel in het gebouw zijn toegepast, werden we door bezuinigingen gedwongen om te zoeken naar een alternatief. De houten kozijnen bleken een grote verbetering. In plaats van de oude te imiteren en erop voort te borduren onderscheiden de veel grotere glasvlakken zich duidelijk van het bestaande. Het ontwerp en de ingreep werden er ook weer duidelijker door – nieuw is nieuw en oud is oud.
Het gebouw is op een enorme kelderbak gebouwd die half onder de grond ligt. Deze kelder werd gebruikt voor aan- en afvoerleidingen, onderhoud en was tevens het fundament van de machines. Omdat alle ramen en deuren in de bestaande situatie op deze hoogte waren gebaseerd hebben we na het volledig leeg slopen van de kelder, het oude niveau weer teruggebracht. De verblijfsruimtes op de begane grond bevinden zich dus op een meter boven maaiveld en hebben zicht op de omgeving maar andersom is er geen inkijk. De kelders zijn laag, maar als fietsenkelder en berging toch zeer bruikbaar. Een hellingbaan aan de oostzijde van het gebouw ontsluit de kelders die grenzen aan het centrale deel onder de binnenstraat. De vloer is zo dun mogelijk geconstrueerd en voorzien van een grote vide met trappen. Door de vide hebben de twee appartementen op de begane grond een eigen balkon gekregen.
Vanuit de wens om het bestaande gebouw zoveel mogelijk te respecteren zijn er vier appartementen in plaats van twee grote woningen rond het originele trappenhuis bedacht. Waarmee het trappenhuis, in plaats van gesloopt te worden, haar oorspronkelijke functie heeft behouden. Door de kleinere appartementen werd wonen in het RAG voor een grotere groep mensen mogelijk. Staand in de vide ervaar je het hele gebouw. De enorme openingen in de gevels, de open dakconstructie die van voor naar achter en van links naar rechts alle appartementen aan elkaar verbindt zijn vanuit één perspectief zichtbaar. Omdat direct onder het dak alle woningen van een glazen pui zijn voorzien is ’s avonds tegen de plafonds zowel vanuit de woningen zelf als van buiten het gebouw een schimmenspel te zien.
We hebben niet alleen het concept bedacht de woningen getekend en zelfs verkocht, maar we hebben de woningen ook in nauw overleg aangepast aan de wensen van de bewoners. De kelder is hierdoor door sommige bewoners toegevoegd aan de woonkamer of studio.
We hebben het pand en de toekomstige bewoners als uitgangspunt genomen.
Door uniciteit en wat er al is te accepteren en te koesteren in plaats van uniformiteit na te streven, hebben we juist op natuurlijke wijze efficiënt kunnen bouwen. We hebben vooral op een logische manier licht, lucht, uitzicht en privacy aan het gebouw toegevoegd. Het RAG gebouw is begin 2016 opgeleverd en in gebruik genomen.
This post is also available in: EN